klassieke teksten

Spiritualiteit van Paulus tot Komrij

Spiritualiteit ontwikkelt zich niet in het luchtledige. Steeds zijn er historische en culturele omstandigheden die nieuwe antwoorden vragen. Dan wordt er een beroep gedaan op wat er voorhanden is, traditie noemen we dat. De christelijke spiritualiteit heeft zich ontwikkeld vanuit het jodendom van de eerste eeuw. Toen vond de confrontatie plaats met de omringende filosofieën en culturen, vooral de Griekse en Romeinse. Zo ging het verder, richting Egypte, Klein Azië, Noord Afrika, Spanje. Om in de vroege middeleeuwen Noord Europa te bereiken. In de moderne tijd verspreidde het christendom zich over de hele wereld, en vond de ontmoeting plaats met de grote andere godsdiensten en levensbeschouwingen.

In dit overzicht kiezen we voor enkele highlights die dit proces van uitwaaiering stap voor stap uitdrukken.  We beginnen bij Paulus, zonder hem zou het christelijk geloof zich nooit zelfstandig ontwikkeld hebben. De hier genoemde teksten zijn vaak van commentaar voorzien. Wat te doen? Ons advies, gewoon gaan lezen, kleine stukken en t liefst in een groepje!

 

Paulus

Natuurlijk is het ondoenlijk alle thema’s te noemen waar Paulus zich druk over heeft gemaakt. We noemen er slechts drie.

De eerste is ‘leven in Christus’. In de Galatenbrief heeft hij het over het nieuwe leven: ‘want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij’ Galaten 2, 18 en 19.

Twee: Inclusivieit. Paulus heeft de grenzen doorbroken van Jood en Griek, slaaf en vrije, man en vrouw. ‘er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen , mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus. En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomelingen van Abraham, erfgenamen volgens de belofte’.

Drie. Deze inclusiviteit gaat nog verder: ook zij die het uitschot zijn, die niet meetellen zijn kinderen van God.  Zij tellen mee. De eerste brief aan de Korintiërs vertelt dit uitgebreid. Filosofen van de 20e eeuw hebben hier uitgebreid over nagedacht. Zie Gert-Jan van der Heijden, Het uitschot en de geest, Paulus onder filosofen.  

Met het noemen van deze thema’s wordt duidelijk dat (bijbelse) spiritualiteit niet op de eerste plaats innerlijkheid is, maar vooral ook de relatie met de ander. De geschiedenis laat echter wel een ontwikkeling zien van toenemende innerlijkheid zien. Deze ontwikkeling bood de ruimte voor de moderne subjectiviteit die nu zo dominant is!

 

De Woestijnvaders

In de eeuwen ontstond het verlangen de drukte van de samenleving te ontvluchten en een leven te leiden helemaal voor God en met God. De woestijnvaders, vooral in het oosten, zijn hierom bekend. Dat ging niet altijd goed. Eenzaam leven kan ook het risico inhouden dat je geestelijk verdwaalt, en geloof tot fanatisme wordt. Berucht is het begrip accedia, verveling, weerzin, tot niets komen. Als reactie hierop kwamen er regels voor monniken. Met elkaar leven in een klooster volgens vaste regels werd de gewoonte, Pachomius schreef de eerste regel, en Benedictus van Nursia legde met zijn regel de grondslag voor de Benedictijnen. Maar ook in reactie op het al te gemakkelijke leven in een klooster waren er toch weer eenlingen die de woestijn opzochten, of het kloosterleven wilden hervormen. Een goede inleiding biedt G.J.M. Bartelink, De wereld van het vroege monachisme. Teksten van woestijnvaders zie Maria Ter Steeg, [ link] , maar ook ‘Wijsheid uit de woestijn, 365 teksten van de woestijnvaders’  samengesteld door Benoit Standaert geeft korte teksten van de woestijnvaders zelf. En o ja, kent u Het Benedictijns Tijdschrift? Een aanrader.

 

Augustinus

Als geen ander heeft Augustinus het gezicht van de westerse spiritualiteit bepaald. Vooral zijn Belijdenissen, de eerste autobiografie in de (westerse) geschiedenis genoemd, is een zelfonderzoek, en een zoeken naar wie je bent. Innerlijk, en wat daarvan je zelf is en wat van Boven komt. De Belijdenissen is het nog steeds zeer leesbare boek van een zoektocht naar God. Zie bv http://www.cie.ugent.be/1ba/augustinus.html, of Bert Blans.  ”De ontdekking van het innerlijk. De actualiteit van Augustinus”.

Maar de Belijdenissen zelf lezen, vooral hoofdstuk 4, zijn ‘bekeringservaring, en het scharnierhoofdstuk 10 waarin de schoonheid wordt geroemd als de plaats van God is het meest inspirerend.

Laat heb ik U lief gekregen,
Schoonheid zo oud en zo nieuw,
laat heb ik U lief gekregen.

Zie, U was in mij,
maar ik zocht U buiten mij.

En in al mijn ongevormdheid
wierp ik mij op de welgevormde dingen
die u hebt gemaakt.

U was in mij,
maar ik was niet met U.

En wat mij lang van u weghield
waren juist die dingen
die niet zouden zijn als ze niet in u waren.

U hebt geroepen en geschreeuwd,
en mijn doofheid doorbroken.

U hebt over mij gebliksemd,
uw licht laten stralen,
en mijn blindheid verdreven.

U hebt mij met uw geur verleid,
en ik heb haar ingeademd,
en ik verzucht naar U.

Ik heb U geproefd,
en ik  honger en dorst naar U.

U hebt mij aangeraakt,
en ik brand van verlangen naar uw vrede.”

(Belijdenissen X, 38)

 

Spiritualiteit van eigen bodem 13e en 14e eeuw

 

Hildegard van Bingen, Hadewijch, Geert Groote, Ruusbroec,  Thomas á Kempis.

 Deze vijf schreven elk in het in hun eigen taal, Duits voor Hildegard, de andere vier Vlaams-Nederlands, en zij hebben op deze manier sterk bijgedragen aan de ontwikkeling ervan. Persoonlijk geloof, eenvoudig gemeenschapsleven, en terug naar de Bijbelse bronnen zijn kenmerken van deze spiritualiteit. Soms extatisch-erotisch, andere weer nuchter en gericht op dagelijkse zorg.

 

Hildegard

File:Karlheinz Oswald Hildegard von Bingen, Eibingen.JPG ...Zij was een zeer veelzijdige vrouw. De beschrijving van haar visioenen maakte toen veel indruk, maar werd ook kritisch bekeken door de kerkleiding. Verder lezen over Hildegard kan met Desiree Den Braber, Leven met Hildegard van Bingen en Leven en werk van Hildegard van Bingen van Hans Wilbrink.

 

 

Geert Groote

Hij wordt gezien als de grondlegger van de Moderne Devotie. Moderne Devotie staat voor een persoonlijke beleving van het geloof en een eenvoudig leven.

Thomas á Kempis

Hij was een van de bekendste volgelingen van Geert Groote en de Moderne Devotie. Zijn boekje De navolging van Christus, Imitatio Christi was de meest gelezen tekst in de late middeleeuwen.

Hadewijch en Ruusbroec

Zij schreven extatische poëzie, erotisch en gevoelig, en die lijn in de spiritualiteit is mede afkomstig van een tamelijk onbekende theoloog, Dyonisius de Areopagiet.  Hij staat aan de wieg van ‘warme golfstroom’ van mystieke en spirituele teksten. Hadewijch gebruikt het woord orewoet, de nooit eindigende hunkerende begeerte, aldus Rob Faesen. Dit tegenover de meer op de rede gebaseerde lijn van Thomas van Aquino.

Een citaat van haar:

Het gebeurde op een zondag, octaafdag van Pinksteren. Men bracht me ongemerkt Ons-Heer, aan mijn bed, omdat ik innerlijk mijn geest zo hevig aangetrokken voelde, dat ik me uiterlijk niet genoeg in handen had om onder de mensen te komen. Innerlijk verlangde ik ernaar genietend één te zijn met God (een te sine ghebrukelike met gode)… Toen ik Ons-Heer ontvangen had, ontving Hij mij bij zich en zo dat Hij mij met al mijn vermogens opnam, – buiten elke aandacht voor al wat vreemd was aan dit ene: Hem in eenheid te genieten (sijns te ghebrukene in enecheiden). De visioenen van Hadewijch. Middelnederlandse tekst, vertaling en kommentaar verzorgd door Paul Mommaers.

Een citaat van  Mommaers: “Als mystica stelde Hadewijch naast het aspect van de liefdesgemeenschap en eenwording met God ook de pijnlijke kant ervan in het licht: door de eenheidservaring van de minnegenieting ontstaat volgens haar een steeds heviger verlangen naar de Geliefde, God, buiten die momenten. De vereniging met God onttrekt de mens dan ook niet aan het mens zijn maar bestaat uit een samenspel van ‘rusten in God’ en ‘werken in deze wereld’, van ‘God met God zijn’ én ‘mens met de Mens (Jezus) te zijn’, aldus Mommaers over de kern van Hadewijchs leven en leer.”Paul Mommaers, Hadewijch. Schrijfster –  Begijn – Mystica,

 van Ruusbroec is vooral Die Gheestelijke brulocht bekend. Een citaat:

Wil de mens God aanschouwen dan zijn drie dingen nodig:

Wil nu de mens God met God aanschouwen zonder middel in dit goddelijk licht – daartoe zijn de mens noodzakelijk drie dingen.
Het eerste is dat hij welgeordend moet zijn van buiten in alle deugden, en van binnen ongehinderd, en zo ledig van alle uitwendige werken, juist alsof hij niets verrichtte.
Want is hij van binnen verstrooid door enig werk van deugd, dan is hij afgeleid. Zolang als dat in hem duurt, zolang kan hij niet schouwen.
Ten tweede, hij moet van binnen God aanhangen met toegewijde mening en liefde, juist als een ontstoken gloeiend vuur dat nimmermeer geblust kan worden. In de tijd dat hij zichzelf aldus gevoelt, kan hij schouwen.
Ten derde, hij moet zichzelve verloren hebben in een wijzeloosheid en een duisternis waar alle schouwende mensen genietend in verdoold zijn en waar zij zichzelve nimmermeer geschapenerwijs kunnen terugvinden:

Het inlichtend woord
In de afgrond dezer duisternis waar de minnende geest zichzelve ontstorven is, daar begint de openbaring Gods en het eeuwig leven. Want in die duisternis schijnt en wordt
geboren een onbegrijpelijk Licht, dat is de Zoon Gods, waarin men schouwt het eeuwig leven. En in dit licht wordt men ziende.

Meister Eckhart (1260-1328).

https://www.thefamouspeople.com/profiles/images/meister-eckhart-2.jpgAls geen andere theoloog of mysticus wordt Eckhart ook nu nog gelezen en aangehaald. Zijn preken en het boek van de goddelijke troost. Deze dominicaner monnik was in zijn tijd omstreden omdat hij de eenwording met God, de godgeboorte in de menselijke natuur centraal stelt. Anselmus stelde de vraag waarom is God mens geworden, en hij beantwoordde die vraag met een verhandeling over de verzoening, de noodzaak de zonde van de mens, Adam uit te wissen met een offer zo groot dat God verzoend kan worden met zichzelf. Dan is alleen een zo groot offer goed genoeg als God zelf. Eckhart gaat een andere weg, God is mens geworden “Zodat ik als dezelfde God geboren kan worden”. Zelfinzicht is de belangrijke weg naar God. Hier is geen sprake van schuld of verzoening, maar van groei en nieuw leven.

De verhouding God-mens is geen tegenover elkaar staan van God en mens. Het schepsel mens moet hier tenietgaan in een ontledigde geest, om zo de eenheid in de grond van de ziel te voltrekken. preek 42:  Je moet van hem houden zoals hij is: niet-God, niet-geest, niet-persoon, niet-beeld; sterker nog: zoals hij een louter, zuiver, helder één is, los van alle tweeheid. En in dit één zullen wij voor eeuwig verzinken, van iets tot niets. Daartoe helpe ons God. Amen.

Verder lezen: Frans Maas: Van God houden als van niemand: preken.

Meister Eckhart, Het boek van de goddelijke troost (jan Calis e.a): Meister Eckhart, Over God wil ik zwijgen, De traktaten (vertaling C.O. Jellema) : Meister Eckhart, Over God wil ik zwijgen II, Preken. (vertaling C.O. Jellema).

De Spaanse mystici: Johannes van het Kruis en Teresa van Avila

https://quinzo.files.wordpress.com/2012/03/st-teresa-of-avila.jpgDeze twee zijn de grote Spaanse mystici van de 16e eeuw. Juan de la Cruz was de mentor en helper van Teresa. Beiden verzetten zich tegen de tolerantere regels van de Karmelieten; zij stichten de ‘ongeschoeiden’.  Hij heeft betrekkelijk weinig geschreven. Zijn bekendste gedichten zijn Canto Espiritual, Geestelijk Hooglied, en De Donkere nacht van de ziel. Het Geestelijk Hooglied is een dialoog tussen bruid en bruidegom – een poëtische bewerking van het Bijbelse Hooglied. De Donkere Nacht bestaat uit acht strofen gevolgd door een uitleg in drie delen, Het gedicht De donkere nacht is indrukwekkend en ontroerend in zijn dramatiek en hartstocht.  Toch is Johannes van het Kruis niet erg geliefd, ook niet in Spanje. Dat komt door zijn streng theologisch systeem. “Een heilige voor intellectuelen’’ aldus broeder Francisco-Victor Lopez in Ubeda waar Juan gestorven is.

Kees Waaijman vertaalde het gedicht De donkere nacht. (Donkere nacht, Jan van het Kruis, Hein Blommestein e.a.)

 

Zangen van de ziel

In een donkere nacht

hunkerend, ontvlamd in liefde,

o gelukkig overkomen!

ging ik ongemerkt naar buiten,

reeds lag mijn huis in rust.

Teresa van Avila

Anders is het gegaan met haar gegaan. Zij is nog steeds geliefd in Spanje. Hartstochtelijk, concreet en praktisch, zij stichtte verschilende kloosters en ging de strijd met de kerkleiding niet uit de weg. De mystieke theologie van Dionisius is de achtergrond van haar teksten. Dat sloot aan bij haar afkomst, een joods gezin dat zich bekeerd had tot het christendom, zg. conversos, of ook wel smalend maranos, zwijnen, genoemd. Echo’s van de soefi-mystiek en de Vedas van de Upanishaden horen we in haar teksten. Het schouwen begint en is doordrongen van het niet-weten.  Haar autobiografie is de weg van mijn leven; de innerlijke burcht en Weg van volmaaktheid zijn de twee andere beroemde werken van haar (uitgegeven bij Carmelitana, Gent).

Ze is beroemd om de extatische ervaringen waar zij zo open over spreekt:

Ik zag in zijn handen een brede, gouden lans met aan het uiteinde een weinig vuur, meen ik. Hij scheen ze mij een paar maal doorheen het hart tot in de ingewanden te stoten. Bij het terugtrekken ervan was het net of deze mee werden uitgerukt, terwijl ik zelf, vervuld van vurige liefde tot God, achterbleef. De hevige pijn die ik daarbij voelde, deed me zachtjes kreunen (…) Toch was die onuitsprekelijke pijn buitengewoon zoet. Het is dan ook onmogelijk naar het einde ervan te verlangen. De ziel kan met niets minder tevreden zijn dan met God zelf. Dit is geen lichamelijke, maar een geestelijke pijn, al heeft ook het lichaam er enigszins en zelfs opmerkelijk deel aan. Hier heeft een zoet verkeer plaats tussen de ziel en God. Ik smeek Hem het te laten smaken aan ieder, die me van leugen verdenkt. Uit ‘mijn leven’.

De 16e en 17e eeuw: Reformatie, Contrareformatie: vroomheid versus rationalisme. Nieuwe thema’s  

Luther en Calvijn

https://lutherstadt-wittenberg.de/fileadmin/_processed_/csm_Martin-Luther-Portrait_28dc2be779.jpgMet hen  verandert het spirituele landschap ingrijpend. Al is er meer continuïteit dan vaak gedacht wordt. Er was al grote verscheidenheid, alleen al door de verschillende spiritualiteiten van de kloosterordes.  Luther bouwt voort op de spiritualiteit van de broeders van het gemeene leven, Calvijn op de scholastiek: gevoel en innerlijke beleving (Luther) versus inzicht en discipline (Calvijn). De reformatorische spiritualiteit kreeg vooral vorm in Engeland,Schotland en Amerika, maar ook in Duitsland en Tsjechie. Grote namen zijn John Hus, Wesley, George Fox stichter van de Quakers, en Bunyan met zijn Pilgrims Progress. Bunyan wordt misschien nog wel steeds hier en daar gelezen in Nederland. De periode na de de Reformatie wordt ook wel de Nadere Reformatie genoemd, een periode waar bevinding, bevindelijkheid, weder geboren worden en persoonlijke bekering centraal staan.  Echos zijn te lezen in het boek Knielen op ene bed violen van Siebelink, een boek met op de achtergrond aanhangers van Jan Pieter Pauwe. 
Herman Westerink schreef een inleiding op deze zg. nadere reformatie ‘Verlangen en vertwijfeling. Melancholie en predestinatie in de vroege moderniteit’,

Contrareformatie

Ignatius van Loyola

In de katholieke kerk is het vooral Ignatius van Loyola, stichter van de orde van de Jezuieten die de toon zet.  De ignatiaanse spiritualiteit met de Geestelijke oefeningen als centrale tekst zet er op in om het leven te laten doordringen van Gods aanwezigheid, met als leidraad het leven van Jezus. Verder lezen: Ignatius van Loyola , Geestelijke Oefeningen, vertaling, inleiding en verklarende noten door Mark Rotsaert sj. Zie ook : http://platform-ignatiaanse-spiritualiteit.org/

De missionaire ordes

http://www.nossa-senhora.org/ascetismo/ascetismo.jpgDe Jezuïeten, maar ook de Dominicanen werden uitgezonden naar de nieuw ontdekte continenten, Zuid Amerika, Azië tot in China. Franciscus Xaverius kwam tot in Japan, toen een gesloten land. Shusako Endo schreef de roman Stilte, ook verfilmd door Martin Scorcese, een aangrijpend verslag van de moeizame pogingen van een jonge Portugese priester om daar het geloof te verspreiden. In Brazilië en Noord-Amerika komen de Dominicanen voor de vraag te staan: zijn zij dan geen mensen?  (De las Casas, Montesionos, de Victoria); dat is de  vraag of de Indiaanse bevolking dezelfde rechten heeft als de blanke kolonisatoren. Een actueel overzicht van de Dominicaanse spiritualiteit geeft Lucette Verboven, ongewone wegen, gesprekken met rondtrekkende predikers.  

 

Ascese in plaats van spiritualiteit en mystiek

De 18e en 19e eeuw krijgen mystiek en spiritualiteit een negatieve klank: elitair, vooral op het gevoel gericht, passief (‘quietistisch)’. In plaats daarvan wordt de nadruk gelegd op ascese: zich onthouden van alle ondeugden en inoefenen van een deugdzaam leven.  De uitlopers ervan zijn nog bekend bij de oudere generaties, die opgevoed zijn in de tijd van Rijke Roomse Leven.  Ascese diende gepaard te gaan met een grote inzet voor de katholieke zaak. Missie, katholieke aanwezigheid in de samenleving (encycliek Rerum Novarum, katholieke actie’), katholieken moesten overal zich laten gelden vanuit hun eigen zuil.  Aansprekende namen uit deze lange periode zijn er bijna niet.

Spiritualiteit in de 20e eeuw

https://thisisbeirut.files.wordpress.com/2011/04/shinto.jpgIn de vorige eeuw ontdoet het begrip spiritualiteit zich definitief van haar uitsluitend religieuze karakter.  Het begrip komt te staan voor een levensgevoel, een besef deelgenoot te zijn van een groter geheel. Deze hoeft niet meer religieus geduid te worden: een besef van afhankelijkheid, sterfelijkheid, eeuwigheid in het hier en nu.  Shinto en boeddhisme in Japan, de Dalai Lama, de Chinese filosofie van Lao Tze, Inayat Khan van het Soefisme, Ubuntu in Afrika, de sjamanen van de Inuit om maar enkele nieuwe gesprekspartners te noemen zijn alle inspiratiebronnen om de westerse dorheid – zo wordt het vaak ervaren – te doorbreken.  Zingeving zonder God, zingeving met wel oog voor het goddelijke, maar steeds minder duidelijk omschreven als één God die zich geopenbaard heeft.  (Zwevende gelovigen, SCP 2013).

Een belangrijke ontwikkeling binnen het christendom is de herbezinning op haar Joodse wortels. De Holocaust heeft geleid tot een diepgaande herbezinning op de verhouding tot het Joodse volk en de schatplichtigheid van het christendom aan haar joodse broeder en zusters (b.v. J.B. Metz).  Jezus wordt weer Joods (Flusser, Lapide, Marquardt, Simon Schoon).

Romano Guardini

Hij is een uitzondering. Guardini gaat het gesprek aan met de moderne tijd: het concrete leven is uitgangspunt, de wereld is de plaats waar het gebeurt, en spiritualiteit kan daar ontdekt worden. Guardini gaat het gesprek aan met Hölderlin, Dovstojevski, Rilke, Pascal, Kierkegaard. Tot in de jaren zestig van de 20e eeuw is hij veel gelezen,. Een mooi boekje van hem is over de melancholie (1928/2001). 

Martin Buber

Hij is een van de Joodse schrijvers die intensief gelezen worden, b.v. zijn Ich und Du.  De Tweede Wereldoorlog is ook kerkelijk een keerpunt, de oecumene met de Wereldraad van Kerken is er gekomen als de wens om Oost en West, maar Martin Bonhoeffer, Navolging en Verzet en overgaveook de Derde Wereld na de dekolonisatie met elkaar te verbinden.

Dietrich Bonhoeffer, Navolging en Verzet en overgave

Veel gelezen blijft Martin Bonhoeffer, Navolging en Verzet en overgave.

Dorothee Sölle

 In de jaren zeventig is zij de inspiratiebron voor spirituele vernieuwing vanuit politiek engagement. Dorothee Sölle, de Heenreis, gedachten over religieuze ervaring.  

Voor de literatuur van de 20-e eeuw: Jaap Goedegebuure, Wit licht, Poëzie en mystiek in de Nederlandse literatuur van 1890 tot nu.

Hoe verder? Er zijn vele bronnen die nu aangeboord worden: in literatuur, de bijbel wordt er als een van de vele bronnen gezien, in kunst, muziek, film, maar ook in solidariteit en aandacht voor armoede, vereenzaming en slachtoffers van geweld en misbruik. Ook dat is spiritualiteit. Waar de verbinding met cultuur wordt gezocht kan ze bloeien!

tot slot een gedicht van Gerrit Komrij, de vierde strofe van :

Alles blijft

Er was een vriend aan wie ik heb geschreven,
Een rots waar ik mijn naam in heb gekerfd.
Je bent een deel van alles bij je leven
En alles blijft bestaan wanneer je sterft.

Uit: Alle gedichten tot gisteren (1999)